Aren Welvaert: “Het voelt heel empowering om die beslissing maken: een doel te zetten en daarnaar te werken.”

Van de strakke eenvoud van een fixie tot het ruige avontuur van gravel en mountainbiken: voor Aren Welvaert is fietsen geen hobby meer, maar ondertussen een levensstijl. Wat begon met korte ritjes door de stad groeide uit tot avonturen die hem ver over grenzen brachten. Vandaag heeft Aren al enkele Ultra Distance-races achter de rug, waar niet alleen conditie, maar vooral mentale kracht telt.

Wat is je achtergrond, of beter: hoe ben je bij het fietsen terechtgekomen?

“Ik was altijd al een skater, iemand die hield van snelheid, vrijheid en een tikkeltje roekeloosheid. Tot ik op mijn dertiende een film zag over bike messengers in New York: gasten die op fixies zonder remmen door het verkeer knallen om pakketjes te leveren. Het was de fiets die me triggerde, de pure eenvoud en snelheid. Avonden lang zocht ik op hoe je zo’n fixie zelf kon bouwen, tot ik uiteindelijk bij Steershop belandde, waar mijn allereerste fiets in elkaar werd gezet.

Ik ben altijd gefascineerd geweest door het technische aspect. Ik kan uren YouTube-video’s kijken over hoe je een fiets opbouwt of ombouwt. Daarnaast ben ik een echte gearhead: ik check reviews, vergelijk materiaal en durf er best ook veel geld aan uit te geven.”

En toen kwam de eerste grote trip?
“Na een mislukte fotografiestudie en zonder duidelijk toekomstplan besloot ik een lange fietsreis te maken. Ik had wat geld gespaard en een datum vastgelegd, maar toen die dichterbij kwam, kreeg ik serieuze twijfels. Zou ik dat alleenzijn wel aankunnen? Ondertussen begon gravel echt populair te worden en raakte ik erdoor geboeid. Uiteindelijk ben ik toch vertrokken: van Frankrijk naar Zwitserland. En daar ontdekte ik hoe hard ik genoot van alleen onderweg zijn.

Dat gevoel smaakte naar meer. Samen met een vriend begon ik een trip richting China te plannen. Maandenlang verzamelde ik materiaal en spaarde ik alles bijeen. Helaas strandde ik al in Bulgarije, omdat ik mijn paspoort kwijt was. Maar drie maanden onderweg waren meer dan genoeg om trots te zijn op wat ik had bereikt.”

Helpt het om zon reis samen te doen?

“Zeker, maar het is ook pittig. Je leeft bijna alsof je getrouwd bent: dag en nacht samen. Na drie weken voelde ik al dat ik ruimte nodig had. We besloten een tijd op te splitsen, even apart te reizen, en in die periode heb ik enorm veel mensen leren kennen. Mensen waarmee ik tot op de dag van vandaag nog contact mee heb. Wat ik zo mooi vind: op de fiets ben je overal welkom. Mensen zien je van ver komen en reageren nieuwsgierig en enthousiast, zeker in streken als de Balkan. Toen ik vertelde dat ik helemaal uit België was komen fietsen, keken ze me met open mond aan. Ik ben daar ook echt verliefd geworden op de wereld, het lijkt vaak alsof iedereen het slecht met je voorheeft, maar op de fiets lijkt dat totaal tegenovergesteld.

Aren BLVRD Jana Germanus 3

Ik maakte onlangs ook een reis van drie maanden door Marokko, het moment dat je langs de weg neerzit om te lunchen, stopt de een na de ander om te vragen of je hulp nodig hebt, of je fiets kapot is. Je krijgt de wereld op een hele andere manier te zien.”

En via die ontmoetingen rolde je in het wedstrijdgebeuren?
“Ja. In Gent fietste ik vaak mee met een groepje en daar zat iemand bij die Ultra Distance-races reed. Dat zijn wedstrijden van vaak meer dan 1.500 kilometer met duizenden hoogtemeters. Je kiest zelf waar en wanneer je slaapt, maar uiteindelijk draait alles om wie het snelst de finish bereikt. Ik heb het gevoel dat iedereen op zo’n wedstrijden innerlijke demons aan het verslaan is, je hebt een zware motivatie nodig om dat te volbrengen. Ik werd er door gefascineerd en besloot met een volgende wedstrijd mee te rijden, met als doel die ene vriend te verslaan. En dat is me gelukt ook! (lacht) Na bijna 41 uur fietsen (met een paar uur halfslaap) finishte ik als zevende. Dat gevoel was onbeschrijfelijk. Niet omdat iemand dat van mij verwachtte, maar omdat ík ervoor had gekozen. Alles wat daarvoor moeilijk leek of moeilijke periodes die ik had doorstaan, voelden plots veel makkelijker. Het relativeerde alles. Dat was echt een wake-upcall.”

Is dat iets wat iedereen zou kunnen?

“Ik denk het wel. Volgens mij dromen veel jonge mensen van avonturen, maar gaan studeren, beginnen te werken en lijken dat te vergeten. Mensen spreken me daar soms over aan, dat ze dat iets heel zots vinden. Maar ik denk dat het gewoon een kwestie is van er voor te gaan. Natuurlijk vergt het voorbereiding en doorzetting, maar het hoeft niet altijd leuk te zijn. Soms heb ik ’s ochtends ook geen zin als de wekker om 7 uur gaat, maar zodra ik op de fiets zit, ben ik blij dat ik gegaan ben.

Het idee dat ik naar een doel aan het toewerken ben, geeft me die kracht. Door mijn failures op school in dat klassieke systeem had ik het gevoel dat ik niets kon afwerken, ik was nooit echt trots op mezelf. Door die reizen en wedstrijden, door moeilijke dingen te doen waar ik zélf voor heb gekozen, ben ik dat wel. Het voelt heel empowering om die beslissing maken: een doel te zetten en daarnaar te werken. Dan moet ik enkele weken een harde job in een donkere, sweaty keuken doen, enkel en alleen doen om te kunnen doen waar ik van hou. Ik heb ook het gevoel dat ik die donkere periodes nodig heb om te kunnen shinen op de bike (lacht). Ik denk dat dat voor veel mensen zo kan zijn, daarom zeker niet per se het fietsen, maar gewoon je dromen volgen, nooit opgeven.”

Tekst: Sanne De Muynck. Foto's: Jana Germanus.
Uit BLVRD Magazine editie #48.

Uw browser wordt niet ondersteund, schakel over naar een andere voor een optimale ervaring.