Ergens tussen de velden van de Brugse buitenstad staat een huisje waar muziek dagelijks door de muren klinkt. Ik word er verwelkomd met gitaarklanken en een glimlach. Wanneer Arthur de voordeur opent, met zijn gitaar nog rond zijn nek, stap ik binnen in de wonderlijke wereld van de nieuwe band Klutter. Volgens frontman Arthur Langbeen is het een uit de hand gelopen soloproject, maar iedereen die er was tijdens hun eerste show op Hyperlab, weet dat dat een understatement is.
Wat is Klutter en hoe is het begonnen?
Arthur: “Klutter ontstond eigenlijk als een uit de hand gelopen soloproject. Tijdens mijn Erasmus in Barcelona, zo’n drie à vier jaar geleden, ben ik meer gaan schrijven. Met geld van mijn Erasmusbeurs kocht ik een gitaar, en dat jaar werd een intens moment van zelfontdekking. Ik begon ook poëzie te schrijven, waaruit later een aantal nummers ontstonden onder de naam Longleg, mijn toenmalige soloproject - al heb ik dat materiaal nooit echt live gebracht. De eerste echte live-ervaring kwam er toen een vriendin, Janice, me vroeg om op een expo in Gent te spelen. Voor die gelegenheid stelde ik een klein groepje samen.
Tibo Nassel op bas, Arno Vanhoutte op gitaar, ikzelf op gitaar en zang, met een eenvoudige drumcomputer erbij. Alles was nog heel basic, maar zo is Klutter eigenlijk begonnen. Wat Klutter precies is, weet ik nog steeds niet helemaal. Ik schrijf nummers, en wat eruit komt, dat is dan Klutter denk ik.”
De band zoals die er nu staat bestaat uit Jelle Vos op gitaar, Maarten Derous op bas, Matthias Grymonprez op drums, Tibo Nassel op gitaar en Arthur zelf als frontman.
Wat voor muziek maak je met Klutter?
“De nummers die ik met Klutter breng, voelen aan als dagboekverhalen in een mix van new wave, postpunk en hardcore punk. Ze zijn vaak donker van toon en komen voort uit persoonlijke ervaringen, zoals een periode waarin ik alleen woonde en vastzat in een eentonig ritme van werken en thuiskomen. Thema’s als je alleen voelen, kritiek op de maatschappij of verstrikt raken in een sleur keren regelmatig terug. Veel nummers starten vanuit een sombere insteek, waarin ik benoem wat er misloopt, maar gaandeweg zit er vaak een wending in. Dan volgt er iets hoopvollers, iets wat beter kan. Een soort moment van zelfinzicht, bijna als zelfhulp. Opmerkelijk is dat de muziek zelf meestal opgewekt klinkt. Dat contrast tussen lichte melodieën en zware teksten werkt voor mij. Het biedt een vorm van catharsis: door de songs live te brengen, kan ik die gevoelens verwerken en loslaten.”
Wat doet dat met jou, je muziek live brengen?
“Live spelen is het zotste wat er is. Vroeger haalde ik mijn kick uit skaten, dat gaf al een stevige adrenalinerush, maar optreden gaat daar nog eens tien keer over. Het is super intens, maar tegelijk voelt het enorm bevrijdend. Hoewel ik vrij introvert ben en mezelf nooit echt als frontman zag, voel ik me op het podium helemaal mezelf. Vroeger focuste ik vooral op de sound, maar sinds ik zelf schrijf, zijn teksten veel belangrijker geworden. Live willen we die intensiteit en rauwheid overbrengen. We zijn nog volop aan het groeien als band, maar het doel blijft: muziek maken waar mensen vanzelf op bewegen en van genieten.”
Hoe verloopt het creatieve proces bij jou?
Arthur: “Voor de vorige EP heb ik bijna alles zelf gedaan. Ik ben daar zeker geen expert in, maar dat is net het mooie aan de DIY-mentaliteit die uit de punk komt: gewoon beginnen, doen wat je kunt, en als het hier en daar wat brak klinkt, dan is dat maar zo. Het hoeft niet perfect te zijn om echt te zijn. Ik haal inspiratie uit van alles. Ik ga vaak naar optredens en laat me daardoor inspireren, maar zelfs uit genres zoals techno kan ik dingen halen die me op ideeën brengen.”
Welke rol speelt Brugge als thuisbasis in jouw muziek?
Arthur: “De stad zelf beïnvloedt de inhoud van mijn muziek niet per se rechtstreeks, maar wat wél opvallend is, is hoeveel muzikaal talent er hier rondloopt. Daardoor had ik van bij het begin meteen mensen om samen mee te spelen, en dat is echt waardevol.”
Vanwaar komt de naam Klutter?
Arthur: “Veel mensen denken spontaan aan het West-Vlaamse woord 'klutters', als in wisselgeld, maar het verwijst eigenlijk eerder naar het Engelse clutter — rommel, chaos. Ik hou van dat beeld: dat je in de chaos toch een soort geheel of warmte kunt vinden. Dat is wat Klutter voor mij betekent. Die dubbele betekenis, zowel Engels als West-Vlaams, maakt het extra boeiend.”
Hoe zie je de toekomst van Klutter?
Arthur: “Ik hoop vooral dat we nog veel mogen spelen. Het dagelijkse werkleven en die monotone sleur kunnen mentaal zwaar wegen, en live spelen is een van de weinige dingen die mij daar echt uit trekken. Het geeft me zuurstof. In Brugge is er soms een tekort aan gitaarmuziek, en wij proberen dat gat een beetje op te vullen. Ik kijk ernaar uit om samen te groeien als band, om te ontdekken wat Klutter nog allemaal kan worden. Ik schrijf trouwens geen muziek met de bedoeling om bekend te worden. Wat ik maak, komt gewoon recht uit mij. Het is wat erin zit, en dat moet eruit.”
Klutter speelt op 3/6 het voorprogramma voor Clamm in Cactus club.
Tekst: Marjolein Velleman. Foto's: Brecht Vanhoutte.
Uit BLVRD Magazine editie #46.