ELIAS VERRECAS & Bruges United Against Racism

BLVRD-time met Verrecas Elias (32), zelfstandig als Dj en goudsmid, Bruggeling tot op het bot. Geboren in Rwanda, dertig jaar geleden geadopteerd en zo in Assebroek aanbeland. De meesten weten wie je bent: altijd welkom bij deze B-boy voor de juiste beat aan de draaitafel, steeds paraat om je te voorzien van een oprechte cocktail in de Repu. Heerlijk. Daarmee weten we wie je bent, maar kennen we je nog niet. We probeerden luchtig te starten. De omstandigheden op onze planeet verplichten ons echter om dieper in te gaan op een heel actuele, maatschappelijke kwestie.

Hoe begin je een aantrekkelijk gesprek over discriminatie? Welke insteek gebruik je om een loodzwaar begrip als ‘racisme’ te ontcijferen? We spitsen ons toe op een vraag die de veralgemening tracht voorbij te gaan. Hoe voelt racisme aan voor jou?

Elias: “Voor mij voelt racisme aan als een schaduw die je achtervolgt. Je weet dat het er is maar wanneer je je omdraait, duikt het weer uit je gezichtsveld. Het is niet te onderscheppen. Racisme voelt soms ook aan alsof enkel je aanwezigheid al genoeg is om iemand te kwetsen. Het is heel complex om daar grip op te krijgen. Voor mij helpt het enorm dat ik zelfstandig ben, ik werk vooral met mensen die mij boeken, en daarnaast is iedereen welkom! Ik heb daartoe de kansen gekregen en ze ook genomen. Want mensen vergeten soms dat het standaard comfort dat we hebben voor velen een gevecht is. Discriminatie voel je al op schoolbanken, het sijpelt door in de zoektocht naar een job en een deftige woning.

IMG 5854 Jokke De Roo VERKLEIND

Hierin zie je een driehoeksverhouding die elkaar in stand moet houden, valt hier een flank van weg dan wordt het haast onmogelijk om de andere in stand te houden. Discriminatie strekt zich ook verder uit in meerdere generaties: een vreemde familienaam is vaak al genoeg om de gelijkwaardigheid aan te tasten. En dan moet de miserie voor velen nog echt beginnen.

Ik was de enige donkere persoon in de basisschool van Sint-Kruis. Ik kon de ganse dag sporten, lachen en mezelf uitleven tot wanneer ik mijn tanden poetste voor het slapen gaan, pas dan werd ik geconfronteerd met mijn eigen spiegelbeeld, dat was altijd even schrikken (lacht). Wanneer de Sinterklaasperiode aanbrak was het ook een beetje de week van Elias. Als kind krijg je niet graag de aandacht van iets waar je niets aan kan doen en zeker niet als het op uiterlijke kenmerken komt. Nooit kwam dit feest voor mij in een gemeen daglicht te staan maar ik was altijd blij dat ik mijn cadeautje kreeg en het 7 december was. Ik kom uit een groot warm nest met voldoende zuurstof om genuanceerd te leren denken. Vandaag ben ik overal welkom om mijn sets te draaien waaruit ik heel veel appreciatie voel. Met mij gaat alles relatief goed. Op veel vlakken voel ik mij zelfs geprivilegieerd. Maar ik besef dat dit nu niet bepaald mijn strijd meer is.”


We gingen dit jaar talrijk op zoek naar gerechtigheid voor heel wat slachtoffers van racisme en alle andere vormen van discriminatie. Over heel de planeet kwamen mensen samen en schaarden zich achter de BlackLivesMatter-beweging. Ook België volgde: Brussel, Antwerpen, Gent,… Brugge?

“Ja, maar dat was eerst zonder mij. Het moment nadat de manifestatie verboden werd op 9 juni 2020 en het stadhuis open stond tot verhaal kwam ik eerder bibberend in het beeld.

Na een avondje brainstormen via zoom met vrienden en nieuwe gezichten hadden we ons goed voorbereid om samen met de burgemeester rond de tafel te zitten. Elk had een eigen verhaal, elk had eigen ervaringen. Maar er was één gemeenschappelijke boodschap: racisme leeft nog steeds en wij willen dat hier structureel aan gewerkt wordt. We zitten met vragen en we willen dat er iets ondernomen wordt. Het voltallige schepencollege zwijgt in alle talen over wat wij te vertellen hebben. We zijn burgers, we zijn Bruggelingen en we hebben recht om gehoord te worden. Zwijgen is geen optie. Op de dag van de manifestatie kreeg de korpschef tijdens het overleg bericht dat er toch een kleine optocht bezig was. Een 100 tal jongeren kwam samen op ’t Zand en wou zich richting het stadhuis begeven. De korpschef en burgemeester vroegen ons om de manifestanten toe te spreken met de boodschap de optocht af te blazen. Op deze vraag werd door de groep niet ingegaan. Het antwoord luidde: “Wij krijgen de kans en zijn dankbaar om onze stem hierbinnen te laten horen. Maar al wie buiten staat heeft ook een stem en die moet gehoord worden. Het is niet aan ons om die mensen buiten halt toe te roepen.” De korpschef en de burgemeester besloten hierop de opkomst te gedogen. Na het overleg in het stadhuis werden we begeleid naar de manifestatie. Daar spraken we de activisten en vele media toe.

We waren geëmotioneerd door wat we aantroffen op ’t Zand. Tal van manifestanten van verschillende etniciteit hadden er zich verzameld. De sfeer was vredevol, van de gevreesde spanning was geen sprake. Daarenboven stonden de protestvoerders op veilige afstand zoals voorgeschreven in de COVID-19 maatregelen. Het mag gezegd dat de groep naar het einde van de manifestatie toch dichter bij elkaar kwam. Dit staat symbool voor de verenigende kracht van de beweging."

We vechten niet voor meer rechten. We vechten voor gelijke rechten.

- Elias

Een moedige groep jonge mensen stond op en vormde daarom een daadkrachtig collectief: Bruges United Against Racism. Oftewel, BUAR. Wie zijn jullie?

“Buar ontstond uit Bruggelingen die zeer snel zich verzamelden in een ‘oef, jij ook!collectief, we proberen te streven naar een inclusieve maatschappij, waar elke burger, ongeacht afkomst, een plaats heeft. Daarnaast vormt BUAR ook een safe space voor slachtoffers van racisme en discriminatie en/of zij die er getuige van zijn geweest. We willen dat elke persoon gelijke kansen krijgt om zich in te zetten tegen structureel racisme en discriminatie. We willen hiervoor samenwerken met maatschappelijke actoren, zowel in de privé als publieke sector. Een niet te misverstane missie waarin we strijden voor een samenleving waar racisme en discriminatie geen plaats kent, waar liefde en empathie als een symfonie samenvloeit. We vechten niet voor meer rechten. We vechten voor gelijke rechten.

IMG 5869 Jokke De Roo VERKLEIND

Wanneer een kind met een gekleurde huid boven het klasgemiddelde scoort, dan moet dat kind naar de juiste richting doorstromen om het beste van zichzelf te kunnen geven. Wanneer je met een hoge onderscheiding afstudeert, dan moet je worden aangenomen in een hoogste functie om je capaciteiten uit te spelen, zo simpel is het. Wanneer iemand met een andere huidskleur een nieuwe woning kan permitteren moet die persoon daar zonder vooroordelen een thuis van kunnen maken. Dit is het pad dat we met BUAR bewandelen. We zijn een sterk collectief met uiteenlopende figuren. Allemaal hebben we onze eigen kwaliteiten, onze eigen achtergrond en we verschillen in reacties op confrontaties, we delen diverse meningen en de een zijn of haar aanpak is niet per se dezelfde als die van de ander. En toch zitten we op het einde van de dag allemaal op dezelfde pagina. Dit is onze kracht, dit is United.”


Gaat het de goede kant op?

“Ik weet dat Brugge kneedbaar is en er zijn al kleine veranderingen merkbaar. Achter de schermen, weg van de hype en de media worden structurele resultaten geboekt. We zijn er nog lang niet, Brugge werd ook niet op één dag gebouwd. De BLM-orkaan heeft zeker iets opgeleverd hier. Laat BUAR als één van de bewijzen gelden. Een mens is gebouwd om te overleven. En overleven doen we door samen te werken. Zet de "E" van ego aan de kant en je kan samen hard gaan.

We krijgen veel vraag voor onze insteek te geven op tal van projecten en platformen. Waardoor we merken dat we gehoord worden. We hebben ook mogen deelnemen aan het Eccar plan dat binnenkort wordt gelanceerd door het diversiteitsbeleid. Het besef dat het volgend jaar nog steeds kan ‘regenen’, weten we allemaal maar we voelen dat we samen iets kunnen betekenen, we houden ons hieraan vast en als we zo blijven werken aan een betere toekomst is en blijft Brugge op elk vlak de mooiste stad.

We bouwen vanuit onze fundamenten. We krijgen allemaal ooit die losliggende dakpan op onze kop of schouder en we belanden uiteindelijk ooit samen in de wachtzaal. We denken samen na over een rechtvaardige oplossing om incidenten in de toekomst te vermijden. We kennen onze zwaktes en sterktes. We beseffen dat we elkaar graag zien maar we moeten aan de slag. We voorzien elkaar van cement. We knappen op, we restaureren, we vernieuwen. We zorgen ervoor dat iedereen een uniek huisje heeft. Al die kleurrijke voorgevels worden opgebouwd uit onze uiteenlopende kwaliteiten en vormen zo het adembenemende mengpaneel dat we zo trots ons stratenplan noemen. Werelderfgoed 2.0, ’t zit hem in je eigen kijk. En nu, terug aan de slag!”


Tekst: Emiel Van de Gracht & Elias Verrecas. Foto's: Jokke De Roo.
Uit BLVRD Magazine editie #19.

Een Bruggeling telde tijdens de lente de talloze stadswandelingen niet meer. Hetgeen van tel is ook zo beperkt tot het essentiële. Gezondheid is van tel. Wandelen is gezond, zodus, stappen maar. We nemen de tijd om het oog te richten op detail. Soms ontstaat zelfs een klimaat waarin je kinderlijke fantasie van weleer opkomt.

Karakteristieke arbeider- en herenhuisjes hebben best wel wat weghebben van figuurachtige gezichtjes. Je bent zeker niet de enige: die deurtjes lijken inderdaad op een mondje, de ramen vormen de ogen onder een trapgevel-voorhoofd met een terra cotta dakpan-kapsel. Wie de tijd neemt, ziet in het kleurrijke Brugse stratenplan al snel een mengpaneel aan portretten uit al die prachtige gevels verschijnen. De ene meekrap-rode façade kijkt fier en gerestaureerd, de ander is eerder geel met levensrijpe kraken en straalt een zekere nood aan een likje verf uit, onbetaalbare zwart gerookte monumenten en dappere witte godshuisjes. Omdat in Brugge geen enkel huis hetzelfde is, gebruiken we eerder voorgevels in plaats van de straatnamen om ons te wegwijs te maken.

Daar lag ik dan - Cleopatra style - op de Leeuwbrug. Knapperig broodje in de hand: gehakt met alle groentjes, zonder komkommer. Hemels. Op een steenworp stond een schattig scheef huisje in verval: het kijkt me aan met afbladerende verf, ongewassen ruiten waarvan eentje met een dikke barst. Dit pittoreske voorgevel-portret werd lang niet meer gevoegd en de losliggende dakpannen bewijzen dat een opknapbeurt wel deugd zou doen. “Anyhow”, lekker broodje. Bij een volgende, krakende hap veranderde echter alles. De zonnestralen verdwenen achter het huisje, een lugubere schaduw trok over de brug. Vanuit het niets stak een dreigende wind op, de luchtverschuiving kroop door de spleten van het vervallen huisje en baande zich met een niet te onderschatten druk naar de nok van het pand. Eens boven blies deze macabere luchtstroom met forse kracht enkele gaten in het dak. Een met mos besmette dakpan schoot als een meteoriet de lucht in en raakte bij het neerstorten mijn schouderblad. Krak. Het broodje op de grond en de schouder brak. Het moment dusdanig verpest: mijn broodje lag met de belegde kant op de kasseien. “Wat een kuthuis!” schreeuwde mijn gedachten terwijl ik de pijn verbeet. Ik richtte mijn kwade blik op het pand, de charme was toch even weg. Verbaasd, ontredderd en een beetje in de war over wat me net overkwam ging ik met mijn pijnlijke schouder naar de dokter van wacht. Ik strompelde de straat uit en wierp nog een laatste, verontwaardigde blik naar het huisje. Even leek het zelfs alsof vanuit de voorgevel een provocerende grijns ontsnapte. Alsof het mij met opzet een dakpan op de schouder had gespuwd. Stom huis! Was het maar zoals de meeste andere huizen: betrouwbaar, mooi en zonder pijnlijke intenties.

Aangekomen bij de dokter van wacht zat meer volk dan ik had gedacht. Tot mijn verbazing hadden de meeste mensen gelijkaardige kwetsuren opgelopen door soortgelijke oorzaken. Mensen keken elkaar aan en begrepen het gemeenschappelijke pijnpunt. De dokter besloot hierop de volledige wachtkamer aan te spreken en vroeg naar de mening van al die gekwetste pech zakken. Een vrouw stelde ongerust: “misschien moeten we alle huizen met losse dakpannen verbeurd verklaren”, een iets meer gefrustreerde man reageerde “dan ze blijven onveilig, we sluiten per direct heel de straat af!”, velen volgden de man in zijn doelgerichte aanpak en iemand riep zelfs “brand heel den boel af en we maken van Brugge één groot nieuwbouwproject!”. Tussen het gewoel stond plots een jonge dame op, ze ging vastberaden op een stoel staan en keek iedereen recht in de ogen. Met een moedige stem oversteeg ze het kabaal: “als we nu eens voor alle scheve huisjes van een emmertje cement voorzien, zodat iedereen in zo’n huisje zelf kan beslissen om aan de slag te gaan met de funderingen”. Ze plaatste een wijsvinger tegen haar voorhoofd terwijl ze haar linkeroog lichtjes dichtkneep en stelde beredeneerd “Think about it: als één iemand ziet van de ander hoe het huisje beter wordt, dan zullen anderen misschien wel hetzelfde willen doen? Zo draagt iedereen bij aan elkaars veiligheid.“

Het bleef even stil. De dokter knikte instemmend, een constructieve sfeer vulde de wachtkamer en iedereen wist dat wat de jonge dame voorstelde, een oplossingsgerichte weg is die we samen kunnen bewandelen om aan het probleem te werken.

Uw browser wordt niet ondersteund, schakel over naar een andere voor een optimale ervaring.