Marco Torrice, geboren en getogen in de buitenwijken van Rome, vond - na zijn studies filosofie - een thuis in dans. Hij studeerde aan de gerenommeerde P.A.R.T.S. dansschool, werkte bij o.a. Rosas en Hodworks, creëerde eigen stukken als Me, Myself and I, Kitty 2012 en Centipedes, en doceerde bij o.a. Tanzfabrik, Budapest Contemporary Dance Academy en SEAD. Na enkele jaren in het veld riepen zijn urban roots hem terug en nam hij afstand van de westerse, academische dansscene. En zo ontstond MELTING POT...

Wat is MELTING POT?
“Een stuk tussen een dance performance en een jam sessie of een streetdance wedstrijd. Het combineert verschillende stijlen; van contemporary en modern tot freestyle hiphop, wat ervoor zorgt dat het ook verschillende culturele achtergronden combineert. Het steunt op improvisatie, maar er zit toch een algemene structuur in. De dansers zijn dus vrij om hun eigen flow te volgen, maar wel volgens the rules of the game.”
Die rules of the game, zijn die ook van toepassing op de DJ’s en de visual artists?
“Toen ik in 2017 MELTING POT startte, werkte ik met DJ’s uit clubs. Ik vond het belangrijk om de contemporary scene te benaderen vanuit die feestmodus, zodat zowel de dansers, als het publiek het stuk op die manier zouden beleven. Omdat ik nu meer choreografische structuur wil toevoegen, werk ik samen met sound engineers. Zij hebben een grotere achtergrond wat betreft klank, stijlen, invloeden… Ze improviseren ook, maar er zijn bepaalde muziekstijlen die ze moeten gebruiken.
Het is afwegen; hoeveel vrijheid geef ik? Wanneer moet ik dirigeren? Ik weet wat werkt voor MELTING POT, maar ik profiteer graag van de kennis en skills van de artiesten waarmee ik samenwerk. Het is een onderhandeling, een ping-pong van artistieke voorstellen en de reacties erop.”
Dat maakt me benieuwd naar hoe je selectieproces is…
“Er waren geen audities. De meeste dansers stroomden door MELTING POT; ze kwamen erbij voor een aantal performances, vertrokken dan weer, kwamen een jaar later eens terug… Het project op zich verandert ook voortdurend. Ik werk eigenlijk pas sinds kort met een vast ensemble. Ik dacht voor dat ensemble vooral na over: wie heeft een attitude die bij MELTING POT past, wie heeft een leuke stijl en lichamelijkheid, wie kan relevante ervaring of een goede vibe bijdragen… Als een autodidact heb ik unieke werkmethodes, daarin moet er vooral een match zijn.”
Heb je een checklist: ik wil zeker iemand met vijftien jaar ervaring, twee vrouwelijke dansers, één breakdancer…?
“Ik vertrok voor mijn selectie vooral vanuit mijn eigen leefwereld. Ik leefde in Brussel en - ook al was er veel conversatie omtrent representatie op het podium - ik zag mijn leefwereld niet weerspiegeld op het podium. Dus ja, ik wou die diversiteit op het podium, maar ik had daarvoor geen checklist nodig. Als ik ga feesten, ontmoet ik bepaalde soorten mensen, als ik ga lesgeven op Artesis, ontmoet ik andere soorten mensen... Het verbinden van die verschillende sferen uit mijn dagelijkse leven, ging automatisch. Het zou me meer moeite kosten, mocht ik een homogene groep moeten samenstellen.”
Hoe belangrijk zijn de kenmerken die je niet ziet op het podium?
“Het is een beetje eigen aan MELTING POT dat die diversiteit zich doortrekt ook in niet-zichtbare kenmerken. Ik denk bijvoorbeeld aan non-binariteit, wat heel aanwezig is in mijn dagelijks leven. Een worsteling bij non-binaire mensen is net dat ze zich onzichtbaar voelen, want niet veel mensen weten waar ze te plaatsen in het framewerk dat we kennen. Ik maak geen bewuste keuze om met non-binaire mensen te werken, maar er is plaats voor hen in mijn framewerk. Hun non-binariteit is overal aanwezig, in hun bewegingskwaliteit, in hun aanpak, in hun vibes en die passen perfect bij het idee achter MELTING POT: die cross-quality, die ambiguïteit, dat in-between zijn.”

Op je website vermeld je dat je je als kind gelimiteerd voelde door sociale normen...
“Ik groeide op in een arbeidersbuurt in Rome. Homoseksueel, nu 37 jaar oud. De tijden zorgden voor wat verandering, maar het was zwaar voor mij om er te leven.”
Is de groep van MELTING POT een safe space voor jou?
“Filosofie en moderne kunst waren voor mij vroeger manieren om te ontsnappen. Nu is het net omgekeerd. Ik studeerde bij P.A.R.T.S., danste voor o.a. Rosas... Deze gezelschappen zitten vast binnen een niet zo toegankelijk circuit. Niet omdat zij niet toegankelijk zijn, maar door de positie waarin onze maatschappij ze plaatste. Ik miste iets, en nu is bezig zijn met urban kunsten een manier om terug te connecteren met waar ik vandaan kom. Het idee van de safe space is er dus wel, aangezien de groep een combinatie van de twee is. Op die manier is MELTING POT toegankelijk voor mensen die de contemporary scene gewend zijn, maar ook voor bijvoorbeeld mensen uit mijn wijk.”
Een ontmoetingspunt tussen wat men ‘hoge’ en ‘lage’ cultuur noemt?
“Het is interessant om na te denken over: wat is ‘hoge’ cultuur, wat is ‘lage’ cultuur? Wie beslist dat? En waarom? Waarom noemen we Pina Bausch bijvoorbeeld contemporary, maar is er geen ‘contemporary’ categorie binnen vogue of krumping, terwijl die stijlen doorheen de jaren ook door verschillende fases zijn gegaan?”
Het valt me op dat veel dansstijlen in het ‘urban hoekje’ geduwd worden. (Ook bij muziek is dat zo, denk aan de Grammys die onlangs -na wat controverse- het woord ‘urban’ schrapten in één van hun categorieën…)
“Ik moet inderdaad zeggen, de laatste tweetal jaar is er meer aandacht voor kolonisatie, discriminatie… Dat zorgt voor verandering en heeft onrechtstreeks invloed op de dansscene.
Is MELTING POT er gekomen naar aanleiding van die (herwonnen) aandacht?
“Niet echt. Ik begon eraan omdat ík er nood aan voelde. Ik wou nooit een trendy stuk maken. Die meer aanwezige ‘politieke aandacht’ kwam pas na het ontstaan van MELTING POT, maar natuurlijk kan je er niet omheen.”
Zit er dan een politieke boodschap in het stuk? Of kan het publiek zien wat ze wil?
“Hmm… Allebei. MELTING POT is zo algemeen. Ik wil ermee niet ingaan op een specifiek politiek narratief, maar ik kan wel zeggen dat ik bezorgd ben om bepaalde politieke trends.”
Je studeerde filosofie. Zit er een filosofische boodschap in het stuk?
“Ik heb een zeer abstracte gedachtengang, mijn werk is dus niet geïnspireerd door bepaalde schrijvers of stromingen. Ik ben geïnteresseerd in de machtsstructuren binnen het culturele veld, maar ik heb geen intellectuele aanpak in mijn werk. Ik probeer er zelfs van weg te sturen.”
Even over een andere boeg, we zijn het beu, maar: COVID-19. Hoe beïnvloedde de pandemie je werk? Choreografeerde je met in het achterhoofd een camera als publiek?
“In normale tijden komt er in MELTING POT een uitnodiging aan het publiek om mee te dansen. Nu moeten we ons dat inbeelden. Dat voelt raar. Wat het moeilijkste is, is het ‘niet weten’. We nemen twee keer per week tests af, en elke keer opnieuw is de angst er dat we zullen moeten stoppen met werken. Aan de andere kant, elke keer de tests negatief terugkomen, is er dat ‘yes, let’s do it’- gevoel.”

Voor welke voorstelling wil je zelf in het publiek zitten op Dansand!?
“Er zijn er echt te veel die ik wil zien!”
Wat hoop je van en voor het Dansand! publiek?
“Ik wil hen visibiliteit voor diversiteit bieden, maar ik hoop vooral dat ze na het zien van MELTING POT goesting zullen hebben om te dansen. Dat ze zich in feestmodus voelen, en zin hebben om vooruit te gaan.”
Uit BLVRD Magazine editie #22.
Tekst: Octavie Ide. Foto's: 1 Dirk Sevenants, 2 & 3 Tine Delclerck.